Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Oostmijzerdijk 13 te Schermerhorn
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0458.BPOostmijzerdijk13-VS01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen;
 
met daaraan ondergeschikt:
  1. groenvoorzieningen;
  2. bebouwde en onbebouwde parkeervoorzieningen;
  3. tuinen en erven;
  4. voet- en fietspaden;
  5. nutsvoorzieningen.
 

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en gelden de volgende regels:
 

5.2.1 Algemeen

  1. per bouwvlak mag maximaal één woning worden gebouwd;       
  2. ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’ is slechts een woning toegestaan indien het oorspronkelijke gemaal en de daarbij behorende bouwwerken, zoals weergegeven in bijlage 2, in stand worden gehouden en/of worden gerestaureerd, dan wel worden herbouwd en de in bijlage 2 aangegeven schoorsteen wordt herbouwd en in stand gehouden;   
  3. ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’ dient de uitwendige hoofdvorm van de bouwwerken voor zover deze behoren tot het oorspronkelijke gemaal en de daarbij behorende bouwwerken, bepaald door de waterinlaat, de goothoogte, bouwhoogte en dakvorm, zoals is weergegeven in bijlage 2, te worden gehandhaafd.

5.2.2 Hoofdgebouwen

  1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. voor vrijstaande woningen geldt dat de maximale inhoud van de woning 750 m³ mag bedragen;
  3. de maximale goothoogte van een woning mag niet meer dan 4 m bedragen;
  4. de maximale bouwhoogte van een woning mag niet meer dan 10 m bedragen;
  5. een woning, dient van een kap te worden voorzien, waarvan de dakhelling niet minder dan 30o en niet meer dan 60o mag bedragen;
  6. indien het een stolp betreft, mag de oppervlakte niet minder dan 200 m² bedragen.

5.2.3 Bijbehorend bouwwerk

  1. De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt per hoofdgebouw 54 m², met dien verstande dat indien het bouwperceel van de betrokken woning groter is dan 1.000 m² maar kleiner dan 3.000 m², de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen niet meer dan 72 m² mag bedragen;
  2. De goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 3 meter;
  3. De bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 meter.

5.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

de bouwhoogte van een schoorsteen bedraagt ten hoogste 20 m. 
 

5.2.5 Voorwaardelijke verplichting

Voordat een woning gebouwd wordt die ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan nog niet gebouwd is, dient de agrarische bebouwing zoals weergegeven in bijlage 1 van de regels van dit bestemmingsplan, verwijderd te zijn.
 

5.3 Specifieke gebruiksregels

5.3.1 Strijdig gebruik

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
  1. het gebruiken of laten gebruiken van onbebouwde gronden voor opslag is niet toegestaan;
  2. het gebruiken of laten gebruiken van bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
 

5.3.2 Aan huis verbonden beroepen

In een woning is een aan huis verbonden beroep toegestaan onder de volgende voorwaarden:
  1. de aan huis verbonden beroepmatige activiteiten mogen aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn in die zin dat de woonfunctie de primaire functie dient te blijven; dit betekent dat niet meer dan 30% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen ten behoeve van het aan huis verbonden beroep activiteiten mag worden gebruikt;
  2. de activiteiten mogen geen hinder opleveren voor de woonsituatie;
  3. de activiteiten mogen geen detailhandel en/of horeca betreffen;
  4. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

5.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

5.4.1 Sloopverbod zonder omgevingsvergunning

Voor het slopen van bouwwerken is, ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’ een omgevingsvergunning vereist.
 

5.4.2 Uitzondering op het sloopverbod

Het bepaalde in lid 5.5.1. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:
  1. het normale onderhoud betreffen;
  2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  3. de agrarische bebouwing opgenomen in bijlage 1 van de regels van dit bestemmingsplan.
 

5.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
  1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van de bebouwing;
  2. het delen van een gebouw of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt