Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Oostmijzerdijk 13 te Schermerhorn
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0458.BPOostmijzerdijk13-VS01

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Oostmijzerdijk 13 te Schermerhorn met identificatienummer NL.IMRO.0458.BPOostmijzerdijk13-VS01 van de gemeente Schermer;
 

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels;
 

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van gebruik en/of bebouwen van deze gronden;
 

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
 

1.5 aan- en uitbouw:

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;
 

1.6 aan huis verbonden beroep:

een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
 

1.7 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 
 

1.8 begane grond:

het gedeelte van een gebouw dat gelijk is aan het natuurlijk oppervlak van het terrein, zonder enige kunstmatige verhoging c.q. verlaging. Is er sprake van hoogteverschillen in het terrein, dan geldt: de hoogte van het hoogst gelegen aansluitende maaiveld of de gemiddelde hoogte;
 

1.9 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;
 

1.10 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
 

1.11 bevoegd gezag:

bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wabo;
 

1.12 bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
 

1.13 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
 

1.14 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;
 

1.15 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
 

1.16 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij
elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
 

1.17 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;
 

1.18 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de
regels, bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
 

1.19 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
 

1.20 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
 

1.21 hoofdgebouw:

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
 

1.22 maaiveld:

bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft, zonder enige kunstmatige verhoging c.q. verlaging;
 

1.23 overig bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
 

1.24 pand:

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
 

1.25 peil:

a.
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
 
b. 
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte aansluitende maaiveld;
 

1.26 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
 

1.27 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seks-automatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
 

1.28 stolp:

van oorsprong agrarisch hoofdgebouw, karakteristiek voor Noord-Holland, met een (vrijwel) vierkante plattegrond en een piramidevormig dak;
 

1.29 voorgevel:

gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt;
 

1.30 weg:

een, voor openbaar rij- of ander verkeer, bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
 

1.31 woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor huisvesting van één afzonderlijk huishouden.