direct naar inhoud van 2.3 Ruimtelijke hoofdstructuur
Plan: Dorpskernen 2011
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0458.GCDorpskernen2011-GC01

2.3 Ruimtelijke hoofdstructuur

Het landschap

Als gevolg van de ontstaanswijze zijn er in het plangebied twee landschapstypen te onderscheiden: het oude landschap van de veeneilanden (het oude waterland) en het landschap van de droogmakerijen.

Het oude waterland wordt gekarakteriseerd door grillige, brede sloten en plasjes met een hoog waterpeil en dichtbebouwde linten op de dijken. De bebouwing omvat een hoog gehalte aan traditionele houtbouw. Het Schermereiland met de dijkdorpen Schermerhorn en Grootschermer, het oude eiland Oterleek met dijkdorp Oterleek, de Eilandspolder met het dijkdorp Driehuizen en de polder Mijzen behoren tot dit landschapstype.

De droogmakerijen worden gekarakteriseerd door hun scherp afgebakende vorm en hun eenduidige rationeel ontworpen strakke verkaveling en rechte wegen. De Schermer, een echte boerenpolder, is simpel van opzet: een vaart in de lengte en een vaart in de breedte waaraan boerenerven en lint- of kruispuntdorpen, zoals Stompetoren en Zuidschermer, liggen. Ook de Noordeindermeerpolder (een amuse: klein proefdroogmakerijtje) behoort tot dit landschapstype.

Beide landschappen hebben een overwegend open karakter; de boerderijen en dorpen zijn als eilanden zichtbaar in de openheid. Bijzondere ruimtelijke situaties bestaan bij de overgangen van de droogmakerijen naar de oude veeneilanden; daar is het hoogteverschil markant aanwezig, liggen verschillende landschapstypen bij elkaar en zijn vaak bijzondere elementen aanwezig, zoals de molengangen in het noordoosten van de Schermer.

De dorpen

De dorpen in het plangebied zijn te verdelen over twee typen:

  • de droogmakerijdorpen Stompetoren en Zuidschermer, beide ontstaan aan kruispunten van polderwegen in de Schermer;
  • de Waterlandse lintdorpen Schermerhorn, Grootschermer, Driehuizen en Oterleek.

2.3.1 Stompetoren

Het dorp Stompetoren is het grootste van de twee dorpen in de droogmakerij Schermer. Het is een kruispuntdorp, het kenmerkende dorpstype van het nieuwe land, ontstaan op de kruising van de Noordervaart en de Oterlekerweg. De grote kerk met groene voet vormt het dorpsanker aan de zuidzijde van de brug over de Noordervaart. In aansluiting op deze kerk kwam de eerste lintbebouwing van Stompetoren tot stand, waarna ook aan de overzijde en langs de Oterlekerweg lintbebouwing ontstond. Deze wordt gekenmerkt door vrijstaande bebouwing op grote kavels, zogenaamde burgerkorrels. De latere bebouwing van het dorp ligt grotendeels aan de noordzijde van de vaart. Deze bestaat hoofdzakelijk uit planmatige uitbreidingswijkjes uit de tweede helft van de vorige eeuw. Deze hebben geen streekgebonden karakter, maar stralen een meer algemeen toegepast tijdsbeeld uit.

Noemenswaardig is nog het vroeg-naoorlogse hofjesachtige wooncomplex rond het Buurtplein, dat door zijn opzet en kleinschaligheid een dorpachtig karakter heeft.

2.3.2 Zuidschermer

Het kruispuntdorp Zuidschermer ligt aan de Zuidervaart ter plaatse van de kruising met de Driehuizerweg. De Zuidervaart vormt de hoofddrager van de kern. De ontsluiting van de langsgelegen panden gebeurt veelal individueel en in alle gevallen met bruggen over de aan de landzijde van de Zuidervaart gelegen sloot. De bebouwing van Zuidschermer bevindt zich voornamelijk aan de westzijde van de Zuidervaart. Aan de oostzijde ligt een klein woonbuurtje achter 'het zwarte kerkje' (anno 1665) en het daarnaast gelegen schoolgebouw (anno 1790).

In de westelijke wand bepalen met name de kerk, een school en een horecabedrijf het beeld. Dit centrum vormt met zijn typerende architectuur, grotere samengestelde bouwvolumes samen met de buitenruimte een herkenbaar ensemble.

 

2.3.3 Schermerhorn

Schermerhorn, van oorsprong een lintdorp, ligt op de rand van de Eilandspolder en de polder Mijzen, twee polders die beide tot het oude veeneiland behoorden. De scheiding tussen de twee polders werd gevormd door het Zwet, een restant van een oude veenkreek, die oorspronkelijk de Schermer en de Beemster verbond.

Schermerhorn ligt als dijkdorp aan de zuidzijde van het Zwet 'gespannen' tussen Schermer en Beemster; de uiteinden worden gevormd door bruggen over de beide ringvaarten. Het Zwet en de beide ringvaarten vormen een soort 'waterstraten' om het dorp.

De kleinschalige lintbebouwing staat direct aan de dorpsstraat en wordt gekenmerkt door smalle kavels, wisselende rooilijn en traditionele streekgebonden architectuur. Op de diepere achtererven aan de zuidzijde is bebouwing in de tweede linie aanwezig die is gericht op het aangrenzende landschap. Ter hoogte van de kerk is een kruising ontstaan, waar de bijzondere dorpsfuncties zijn geconcentreerd. Met name in het oostelijk deel van de kern zijn ten zuiden van de lintbebouwing in tweede helft van de vorige eeuw meer planmatige uitbreidingen tot stand gekomen.

2.3.4 Oterleek

Het dorp Oterleek is gevormd binnen de Westfriese Omringdijk, op de bodem van een 16e-eeuwse droogmakerij. De vormen daarvan zijn in de verkaveling van de weilanden rond het dorp nog terug te vinden.

Karakteristiek voor Oterleek is de lintvorm, de ligging haaks op de hoge dijk en het uitzicht vanaf het noordelijke deel over de Heerhugowaardpolder. Het is een compact dorp waar vrijstaande burgerhuizen en boerenstolpen dicht op elkaar aan de dijkweg staan. Naast de traditionele Waterlandse sfeer zijn ook moderne West-Friese invloeden herkenbaar. Achter het lint met zijn relatief ruime profiel zijn aan de oostzijde in de tweede helft van de vorige eeuw kleinschalige uitbreidingen tot stand gekomen met een variatie aan woningtypen.

2.3.5 Driehuizen

Driehuizen is een klein dijkdorp aan de rand van de Eilandspolder en de Schermer. De polder Menningweer was onderdeel van het oude veeneiland. Verschillende kleine meertjes en kreken in deze polder maken zichtbaar hoe het oude veeneiland geleidelijk aan werd 'opgegeten' door golfafslag en vervening.

Het dorp ligt laag ten opzichte van de dijk langs de Schermerringvaart en keert zijn achterzijde naar de vaart; karakteristiek is de kleine welving in de achtertuinen die door de dijk wordt veroorzaakt. Vanuit de droogmakerij ligt het dorp verscholen. Vanuit het dorp zijn er verschillende doorzichten op de oude veenpolder. Markant is de kerk in de bocht van de weg.

De huizen en boerderijen in traditionele houtbouw staan dicht op elkaar langs de dijk. Door de verspringende rooilijnen en de individuele uitstraling van de panden is een gedifferentieerd bebouwingsbeeld ontstaan.

2.3.6 Grootschermer

Het lintdorp Grootschermer ligt aan de rand van de Eilandspolder. Het lint heeft zich asymmetrisch ontwikkeld: de oostzijde is dichter bebouwd dan de westzijde. Aan de noordkant van het dorp ontbreekt de bebouwing aan de westzijde grotendeels. Het dorp heeft daar een markante 'voorzijde' die uitziet over een zeer afwisselend en ruim landschap. Aan de zuidkant is het lint tweezijdig bebouwd en heeft het dorp een duidelijke binnenkant. Dit deel van het dorp is naar binnen gericht. De ruimte tussen het lint en de dijk van de Noordeindermeerpolder is met bebouwing opgevuld; vanaf de dijk is een afwisselend beeld van achtertuinen en schuren aan de dijksloot zichtbaar.

Waar de meer weidse noordzijde overgaat in de meer compacte zuidzijde zijn traditioneel de voorzieningen zoals de kerk, winkel en café gesitueerd.

Van oudsher is Grootschermer een boerendorp. De grote stolpboerderijen domineren nog steeds het beeld. Door de ruime voortuinen grenzend aan het lint heeft het dorp een groene uitstraling. De bebouwing is zeer divers. Grote stolpen staan tussen traditionele kleine groene houten huizen en moderne woonhuizen uit verschillende bouwperioden.

Stolpen

De meeste stolpen in de Schermer bevinden zich in het landelijk gebied. De stolpen in de Schermer zijn vanwege hun karakteristieke vorm van grote waarde voor het cultuurhistorisch erfgoed. Behoud van deze gebouwen is dan ook van groot belang. In het bestemmingsplan Landelijk gebied 2003 zijn mogelijkheden gecreëerd om bij te dragen aan het behoud van de stolpen, die ook voor de stolpen in de kernen kunnen worden ingezet.

Het gaat daarbij om het kunnen splitsen van een stolp in meerdere woningen. Voor andere functies, zoals bedrijven, voorzieningen, etc. is het noodzakelijk en gewenst om van geval tot geval een afweging te kunnen maken.