direct naar inhoud van 2.2 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Dorpskernen 2011
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0458.GCDorpskernen2011-GC01

2.2 Cultuurhistorie en archeologie

Cultuurhistorie

De bovenbeschreven ontstaanswijze van het landschap en de dorpen in de gemeente Schermer maken deel uit van de geschiedenis van de occupatie van West-Nederland, en zijn als zodanig onderdeel van het materiƫle 'geheugen' van het Nederlandse cultuurlandschap.

De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) is voornemens de droogmakerij van Schermer aan te wijzen tot beschermd dorpsgezicht vanwege de hoge cultuurhistorische en landschappelijk-geografische waarden van het gebied.

De hoofdstructuur van het cultuurlandschap in de gemeente Schermer wordt gevormd door:

  • het waterstelsel, dat de samenhang tussen de verschillende landschappen zichtbaar maakt;
  • het verkavelingspatroon, dat de verschillende perioden van ingebruikname weergeeft;
  • de hoogteligging (dijken en polders), die de 'herkomst' (voormalig veeneiland of voormalig meer) zichtbaar maakt.

De dorpen vormen een verbijzondering in dit cultuurlandschap, in de zin dat zij gevestigd zijn op bijzondere plekken in het landschap, en dat zij aan dit cultuurhistorische patroon een 'laag' toevoegen die gekenmerkt wordt door lintbebouwing met een eigen structuur van voor en achter, binnen en buiten, en ingangen. Veelal keren de dorpen hun achterkant naar het landschap, maar op een aantal plekken zien zij erop uit. De ingangen worden veelal ingeleid door een brug over een van de vele waterlopen. Van cultuurhistorische waarde zijn voorts de monumentale panden binnen de kernen, die in bijlage 1 zijn weergegeven. Het betreft in alle gevallen rijksmonumenten, die onder de bescherming van de Monumentenwet 1988 vallen.

Molenbiotoop

Voor het plangebied zijn 6 molens van belang. Het betreft de volgende molens:

  • korenmolen De Otter in Oterleek;
  • poldermolen D direct ten oosten van Stompetoren;
  • poldermolen E ten westen van Stompetoren;
  • ondermolen C ten westen van Schermerhorn;
  • ondermolen D (Museummolen), ten westen van Schermerhorn;
  • bovenmolen E ook ten westen van Schermerhorn.

Voor de instandhouding van de molens is het van groot belang dat zij bedrijfsmatig kunnen functioneren. Er dient daarvoor voldoende windaanbod te zijn. Zowel de molen bij Stompetoren als de molens bij Schermerhorn vallen buiten het plangebied. Korenmolen de Otter ligt binnen het plangebied. De molenbiotopen van alle molens reiken tot in het plangebied. De voorgenomen ontwikkelingen in Stompetoren, Oterleek en Schermerhorn mogen geen consequenties hebben voor de windvang van de molens. Bij de realisering van de ontwikkelingen zal de gemeente daarom overleg voeren met de Stichting Schermer Molens.

Archeologie

In 1998 is het Verdrag van Malta tot stand gekomen. Doelstelling van het verdrag is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Ter uitvloeisel van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.

De Cultuurhistorische waardenkaart provincie Noord-Holland, regio Waterland en Zaanstreek (provincie Noord-Holland, 2000), laat zien dat dorpskernen als Driehuizen, Grootschermer en Oterleek een hoge archeologische verwachtingswaarde hebben. Vanwege deze hoge archeologische verwachtingswaarde (zeer grote kans op archeologische sporen), dient voorafgaand aan eventuele werkzaamheden een verkennend archeologisch bodemonderzoek te worden uitgevoerd door een hiertoe gecertificeerd bureau. Indien uit het onderzoek blijkt dat er resten aanwezig zijn, dienen deze resultaten te worden besproken met de provinciaal archeoloog.

De gemeenten Schermer en Graft de Rijp hebben samen een Beleidsnota Archeologie opgesteld. Deze nota zet uiteen op welke wijze deze gemeenten verantwoordelijkheid nemen voor het eigen archeologisch erfgoed. De bij de beleidsnota behorende kaart met archeologiegebieden geeft een nauwkeuriger beeld van de archeologisch relevante terreinen dan de Cultuurhistorische waardenkaart van de provincie. De kaart komt voort uit een eerste inventariserend archeologisch onderzoek en geeft een categorisering aan van archeologieregimes. Voor elk van de vijf categorieƫn is aangegeven vanaf welke planomvang en diepte van de bodemingreep archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Dit is doorvertaald in de regeling van dit bestemmingsplan.