direct naar inhoud van Artikel 17 Wonen
Plan: Dorpskernen 2011
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0458.GCDorpskernen2011-GC01

Artikel 17 Wonen

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'garage': garages en bergplaatsen ten behoeve van de woningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens een kantoor;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': tevens opslag van goederen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte': tevens een praktijkruimte;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens een schoonheidssalon;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning': tevens voor een galerie en beeldentuin;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.

17.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en gelden de volgende regels:

17.2.1 Algemeen
  • a. het bestaande aantal woningen per bouwvlak mag niet worden vergroot;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mogen gestapelde woningen worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mag een onderdoorgang te worden gebouwd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' zijn in afwijking van het bepaalde in sub 17.2.1 onder a twee woningen toegestaan.

17.2.2 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; indien geen bouwhoogte is aangegeven bedraagt de bouwhoogte van hoofdgebouwen ten hoogste 9 m;
  • c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel aan de voorzijde of de zijkant gericht naar openbaar toegankelijk gebied, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt en aan de overige zijdes ten hoogste 1,75 m;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voorkant of de zijkant gericht naar openbaar toegankelijk gebied van het hoofdgebouw ten hoogste 1/3 van de breedte van het dakvlak bedraagt;
    • 4. de afstand tot de voorgevellijn van dakkapellen gericht naar openbaar toegankelijk gebied ten minste 3 m bedraagt.

17.2.3 Erfbebouwing
  • a. de totale oppervlakte van erfbebouwing bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 50 m²;
  • b. voor erfbebouwing op een afstand van ten hoogste 2,5 m van het hoofdgebouw gelden de volgende regels:
    • 1. de goothoogte van erfbebouwing bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m;
    • 2. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 4 m;
    • 3. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m;
  • c. ten aanzien van erfbebouwing op een afstand van meer dan 2,5 m van het hoofdgebouw gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
    • 2. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
    • 3. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m.

17.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste:
    • 1. 1 m indien geplaatst op ten hoogste 1 m afstand van openbaar gebied;
    • 2. 2 m indien elders geplaatst;
  • b. de bouwhoogte van tuinmeubilair bedraagt ten hoogste 2,5 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

17.3 Afwijken van de bouwregels
17.3.1 Splitsen stolp

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 17.2.1 onder a voor het splitsen van één bestaande of herbouwde stolp in twee woningen waarbij geldt dat:

  • a. dit is toegestaan bij een stolp die aan de volgende voorwaarden voldoet:
    • 1. het oppervlak van de stolp bedraagt ten minste 200 m²;
    • 2. de dakhelling van de stolp bedraagt tussen de 45 en 65 graden;
  • b. aan het bestaande stedenbouwkundige beeld, het oorspronkelijke karakter van de bebouwing en aan de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse geen afbreuk wordt gedaan;
  • c. het oppervlak per woning minimaal 100 m² bedraagt.

17.3.2 Kapberg

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.2 ten behoeve van de uitbreiding van hoofdgebouwen met een kapberg, waarbij geldt dat:

  • a. de breedte van het betreffende perceel 17 m of minder bedraagt;
  • b. de lengte van het betreffende perceel minder dan driemaal de lengte van het bestaande hoofdgebouw bedraagt, zoals ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig was;
  • c. het hoofdgebouw uit één bouwlaag met een kap bestaat;
  • d. de breedte van het hoofdgebouw 6 m of minder bedraagt;
  • e. de goothoogte van de kapberg ten hoogste 6 m bedraagt;
  • f. de bouwhoogte van de kapberg ten hoogste 9 m bedraagt;
  • g. de kapberg aan de achterzijde van het hoofdgebouw wordt gebouwd;
  • h. de omgevingsvergunning niet wordt verleend indien dit leidt tot een inbreuk op de bezonningssituatie van de hoofdgebouwen op de aangrenzende percelen, hetgeen moet blijken uit een aan te leveren bezonningsberekening.

17.4 Specifieke gebruiksregels
17.4.1 Algemeen

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. het gebruiken of laten gebruiken van onbebouwde gronden voor opslag is niet toegestaan;
  • b. het gebruiken of laten gebruiken van bijgebouwen als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.

17.4.2 Aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

In een woning zijn een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de aan huis verbonden beroeps- of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten mogen aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn in die zin dat de woonfunctie de primaire functie dient te blijven; dit betekent dat niet meer dan 30% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen ten behoeve van het aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten mag worden gebruikt;
  • b. de activiteiten mogen geen hinder opleveren voor de woonsituatie; dit betekent dat ingeval van bedrijfsactiviteiten uitsluitend bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in categorie 1 van de van deze regels deel uitmakende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. de activiteiten mogen geen detailhandel en/of horeca betreffen;
  • d. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.