direct naar inhoud van Artikel 11 Natuur
Plan: Dorpskernen 2011
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0458.GCDorpskernen2011-GC01

Artikel 11 Natuur

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • behoud, herstel en ontwikkeling van natuur-, cultuurhistorische- en landschapswaarden.

11.2 Bouwregels

Op deze gronden mag niet worden gebouwd.

11.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. het bedrijfsmatig ten behoeve van derden vervaardigen of herstellen van goederen uitgezonderd het verwerken van producten, afkomstig van het riet- en oeverland is niet toegestaan;
  • b. opslag van goederen voor zover dit geen verband houdt met het op bestemming gerichte beheer of in verband met het gebruik van het rietsnijdersbedrijf is niet toegestaan;
  • c. het aanwezig zijn of opslaan van een of meer aan hun gebruik onttrokken machines, voer- en vaartuigen, dan wel onderdelen daarvan, alsmede het plaatsen of geplaatst hebben van al dan niet gerede motorvoertuigen is niet toegestaan;
  • d. het gebruik als staan- of ligplaats voor onderkomens is niet toegestaan.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.4.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • c. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  • d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • e. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen;
  • f. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • g. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties;
  • h. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 30 cm, waartoe ook gerekend wordt het woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen en ontginningen.

11.4.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 11.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
  • d. de aanleg van kavelpaden betreffen ten behoeve van de toegang op agrarische percelen voor zover deze paden niet breder zijn dan 3 m.

11.4.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 11.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, cultuurhistorisch- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.