INHOUDSOPGAVE

 

 

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1     Begrippen

Artikel 2     Wijze van meten

 

 

HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3     Wonen

 

 

HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 4     Anti dubbeltelregel

Artikel 5     Algemene bouwregels

Artikel 6     Algemene gebruiksregels

Artikel 7     Algemene afwijkingsregels

 

 

HOOFDSTSUK 4 OVERGANGS- en SLOTREGELS

Artikel 8     Overgangsrecht

Artikel 9     Slotregel

 

 

 


 

HOOFDSTUK 1.            Inleidende regels

 

 

Artikel 1.             Begrippen

 

1.1.            Plan
Het
wijzigingsplan Zuidervaart 70  Stompetoren met identificatienummer NL.IMRO.0361.ZUIDERVAART70-0305 van de gemeente Alkmaar.

 

1.2.            Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen

 

1.3.            Aanbouw
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

 

1.4.            Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

 

1.5.            Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

 

1.6.            Aan huis verbonden beroep
Het uitoefenen van een vrij en zelfstandig beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, technisch gebied of daarmee gelijk te stellen activiteiten, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de bewoner, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

 

1.7.            Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

 

1.8.            Bed and breakfast

Een kleinschalige vorm van verblijfsrecreatie zonder eigen kookvoorziening die zich met name richt op de trekkende toeristen, die voor één of enkele nachten een onderkomen zoeken. Onder een bed and breakfastvoorziening wordt niet verstaan: overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.

 

1.9.            Bedrijf
Onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

 

1.10.        Bedrijfsgebouw
Een gebouw dat naar aard en inrichting dient voor de uitoefening van een bedrijf.

1.11.        Bestaand

a.      bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;

b.      bij gebruik: het gebruik dat op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaat en in overeenstemming is met het voorheen geldend planologische regime.

 

1.12.        Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.

 

1.13.        Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

 

1.14.        Bijgebouw
Een niet voor zelfstandige bewoning bestemd, op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand, gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

 

1.15.        Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

 

1.16.        Bouwgrens
De grens van een bouwvlak.

 

1.17.        Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

 

1.18.        Bouwperceelgrens
Een grens van een bouwperceel.

 

1.19.        Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

 

1.20.        Bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

 

1.21.        Cultuurhistorische waarde
De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid.

 

1.22.        Dakkapel
Een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de goot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.

 

 

1.23.        Dakopbouw
Een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie deels boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijde(n) van de constructie in één of meer dakvlak(ken) van het dak zijn geplaatst.

 

1.24.        Detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder begrepen grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt.

 

1.25.        Erf
Al dan niet bebouwd perceel of gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij de bestemming deze inrichting niet verbiedt.

 

1.26.        Galerie
Een ruimte uitsluitend bestemd voor de tentoonstelling en verkoop van kunstwerken.

 

1.27.        Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

 

1.28.        Hoofdgebouw
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat  noodzakelijk  is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

 

1.29.        Horecabedrijf
Een bedrijf, gericht op één of meer van de navolgende activiteiten:

a.         het verstrekken van voedsel en/of dranken met de mogelijkheid deze ter plaatse te nuttigen;

b.         het exploiteren van zaalaccommodatie;

c.         het verstrekken van nachtverblijf;

één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie (met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie).

 

1.30.        Houtgewas
Bomen alsmede struiken - al dan niet ten behoeve van de agrarische productie - hoger  dan 1 m.

 

1.31.        Kampeermiddelen

a.        een tent, tentwagen, kampeerauto of toercaravan;

b.        enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde;

c.         één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.

 

1.32.        Kavelsloot
Een sloot tussen twee kavels loodrecht op de ontsluitingsstructuur van de droogmakerij.

1.33.        Landschappelijke waarde

De aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied.

 

1.34.        Maaiveld
De bovenkant van het terrein dat een gebouw en/ of een bouwwerk omgeeft.

 

1.35.        Nevenactiviteit
Een activiteit ondergeschikt aan de hoofdactiviteit in zowel omvang (m²) als de effecten op het woon- en leefklimaat.

 

1.36.        Normaal onderhoud, gebruik en beheer
Een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.

 

1.37.        Nutsvoorziening
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals onder meer tranformatorhuisjes, gasreduceerstations, pompstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

 

1.38.        Onderkomens
Voor verblijf geschikte- al dan niet aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voertuigen, vaartuigen, arken, toer- en stacaravans alsmede tenten.

 

1.39.        Overig bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

 

1.40.        Pand
De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

 

1.41.        Pension
Een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies als recreatief verblijf, met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten (en niet aan passanten), zonder een onafhankelijk functionerend horecavoorziening. De betreffende personen hebben elders hun hoofdverblijf.

 

1.42.        Peil
Onder het peil wordt verstaan:

a.        voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang met dien verstande dat indien een terrein is gelegen aan meerdere wegen de laagste weg bepalend is;

b.        in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;

c.         indien in of op het water wordt gebouwd: het plaatselijk aan te houden waterpeil.

 

1.43.        Planregels
De regels, deel uitmakende van het wijzigingsplan Zuidervaart 70 Stompetoren met identificatienummer NL.IMRO.0361.ZUIDERVAART70-0305 van de gemeente Alkmaar.

1.44.        Platte afdekking
Een (min of meer) horizontaal vlak ter afdekking van een gebouw dat meer dan tweederde van het grondvlak van het gebouw beslaat.

 

1.45.        Plattelandswoning
Een voormalige agrarische bedrijfswoning die is losgekoppeld van het agrarische bedrijf waarbij het agrarisch bedrijf actief blijft en de voormalige agrarische bedrijfswoning in gebruik wordt genomen voor bewoning door derden en qua milieubescherming moet worden aangemerkt als agrarische bedrijfswoning.

 

1.46.        Recreatieve bewoning
De bewoning die plaatsvindt in het kader van de verblijfsrecreatie (door gebruikers die hun hoofdverblijf elders hebben).

 

1.47.        Staat van bedrijfsactiviteiten

De Staat van bedrijfsactiviteiten van het bestemmingsplan landelijk Gebied 2014 van de gemeente Schermer.

 

1.48.        Uitbouw
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee het in functioneel opzicht verbonden is, en dat door de vorm als een afzonderlijke en duidelijk ondergeschikte aanvulling op dat hoofdgebouw onderscheiden kan worden en in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

 

1.49.        Verblijfsrecreatie
Een vorm van recreatie waarbij een huishouden of een daarmee gelijk te stellen groep van personen dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, zich één of meer nachten op een kampeerterrein, in een kampeermiddel of een zomerhuis bevindt, waaronder in ieder geval niet wordt verstaan: permanente bewoning.

 

1.50.        Voorgevel
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.

 

1.51.        Voorgevelrooilijn
Een lijn die evenwijdig aan de as van de weg, langs een wegzijde met een regelmatig ligging van de voorgevel van de bestaande bebouwing is gelegen, die zoveel mogelijk aansluit aan de voorgevels van de bestaande bebouwing en zoveel mogelijk overeenkomstig de richting van de weg loopt.

1.52.        Weg
Alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;

 

1.53.        Woning
Een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

 

1.54.        Zakelijke dienstverlening
Het verlenen van economische of commerciële diensten aan derden, waarvan de uitoefening geschiedt in een rechtstreeks contact met het publiek, zoals banken, verzekeringswezen, reisbureaus, adviesbureaus.

 

 

Artikel 2.             Wijze van meten

 

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

 

2.1.            De dakhelling

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

 

2.2.            De goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

 

2.3.            De inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

 

2.4.            De bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

 

2.5.            De oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

 

2.6.            Verticale bouwdiepte ondergrondse bouwwerken

Van het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse bouwwerk.


 

HOOFDSTUK 2.            Bestemmingsregels

 

 

Artikel 3.             Wonen

 

3.1.            Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.      wonen;

b.      erven;

c.      aan huis verbonden beroepen;

d.      kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;

met bijbehorende water, groen- en parkeervoorzieningen.

 

3.2.            Bouwregels

Op de in lid 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:

3.2.1.     Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

a.   Hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak opgericht worden;

b.    Er is één woning toegestaan;

c.   de inhoud van de woning, bedraagt maximaal 750 m³;

d.   het hoofdgebouw, dient van een kap te worden voorzien,waarvan de dakhelling niet minder dan 30° en niet meer dan 60° mag bedragen;

e.   de goothoogte van het hoofdgebouw, mag niet meer dan 4 meter bedragen en de nokhoogte niet meer dan 10 meter.

3.2.2.     Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

a.   Aan- uitbouwen en bijgebouwen worden opgericht binnen het deel van het bouwvlak met de specifieke bouwaanduiding ‘zone bijgebouwen’;

b.   de totale oppervlakte van erfbebouwing bedraagt ten hoogste 72 m²;

c.   in afwijking van het bepaalde onder a: indien het bestemmingsvlak ;

d.   de goothoogte van aan- uitbouwen en bijgebouwen bedraagt maximaal 3 meter;

e.   de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 7 meter.

3.2.3.     Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

a.   Maximale bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel: 1 meter;

b.   maximale bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel: 2 meter;

c.   maximale bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2 meter.

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2.4.     Afwijking dakhelling

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.1 ten behoeve van het aanpassen van de dakhelling om een mansardekap te realiseren, mits:

1.    de hellingshoek van het onderdakvlak 70 tot 80 graden bedraagt en de hellingshoek van het bovendakvlak 25 tot 35 graden bedraagt;

2.    de verhouding van de bouwhoogte van de gevel en de hoogte van de kap ligt tussen 1:1,3 en 1:2;

3.    de breedte van het hoofdgebouw maximaal 8 meter bedraagt.

 

3.3.            Specifieke gebruiksregels

3.3.1.      Beroep aan huis en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

In aanvulling op het bepaalde in lid 3.1 zijn in een woning aan huis verbonden beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toegestaan onder de volgende voorwaarden:

a.   de aan huis verbonden beroepen en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten mogen aan de woonfunctie geen afbreuk doen en dienen daaraan ondergeschikt te zijn in die zin dat de woonfunctie de primaire functie dient te blijven;

b.   niet meer dan 30% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag ten behoeve van het aan huis verbonden beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten worden gebruikt;

c.   de aan huis verbonden beroepen en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten mogen geen hinder opleveren voor de woonsituatie;

d.   in geval van bedrijfsactiviteiten zijn uitsluitend bedrijfsactiviteiten toegestaan in categorie 1 van Staat van Bedrijfsactiviteiten van het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2014 van de gemeente Schermer;

e.   de aan huis verbonden beroepen en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten mogen geen detailhandel en/of horeca betreffen;

f.    de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de verkeersafwikkeling en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

 

3.4.            Afwijken van de gebruiksregels

3.4.1.     Bed and breakfast

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1 om een bed and breakfast toe te staan indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a.   er worden ten hoogste 4 slaapplaatsen voor de bed and breakfast gerealiseerd;

b.   de functie van bed and breakfast is ondergeschikt aan de hoofdfunctie;

c.   op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;

d.   er mag geen onevenredige overlast ontstaan voor omwonenden.

 

3.5.            Voorwaardelijke verplichting

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - voorwaardelijke verplichting Zuidervaart 70 wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuwe woning slechts verleend zodra vaststaat dat alle voormalige agrarische bedrijfsbebouwing zoals opgenomen op bijlage 1. behorende bij deze regels is gesloopt en het inrichtingsplan volgens bijlage 2. behorende bij deze regels  is gerealiseerd.

 

 

 

3.6.            Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk

3.6.1.      Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders toegestaan de volgende werken, geen bouwwerken uit te voeren:

a.   Het dempen van sloten;

b.    Het kappen van bomen.

3.6.2.      Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in 3.6.1 wordt slechts verleend, voor zover het uitvoeren van de werkzaamheden de uitgangspunten van het inrichtingsplan, volgens bijlage 2, niet nadelig beïnvloeden.

3.6.3.      De verbodsbepaling zoals bedoeld in 3.6.1 is niet van toepassing, wanneer het normaal onderhoud betreft.


HOOFDSTUK 3.            Algemene regels

 

 

Artikel 4.             Anti-dubbeltelregel

 

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

 

Artikel 5.             Algemene bouwregels

 

5.1.            Ondergronds bouwen

Het is toegestaan om ondergrondse gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde te realiseren, onder de volgende voorwaarden:

a.      de bouwwerken zijn gebouwd binnen de grenzen van het bouwvlak;

b.      de maximale verticale bouwdiepte van het bouwwerken is 3 meter;

c.      de maximale oppervlakte is 50% van het bouwvlak.

 

5.2.            Toegelaten overschrijdingen

Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bouw- en/of bestemmingsgrenzen te overschrijden ten behoeve van:

a.      plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, gevel- en kroonlijsten en vergelijkbare ondergeschikte bouwdelen, mits de overschrijding van de bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,5 meter bedraagt;

b.      ventilatiekanalen, schoorstenen, liftkokers, zonnepanelen, trappenhuizen en vergelijkbare ondergeschikte bouwdelen, mits de overschrijding van de bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt;

c.      luifels, erkers, balkons en overstekende daken en andere vergelijkbare ondergeschikte bouwdelen, mits de overschrijding van de bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 meter bedraagt.

 

Artikel 6.             Algemene gebruiksregels

 

6.1.            Verboden gebruik

Tot een gebruik in strijd met de bestemmingen wordt in ieder geval begrepen, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald:

a.      het opslaan, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen, anders dan voor zover noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte beheer van de gronden en watergangen;

b.      het opslaan van gerede of ongerede goederen, materialen, werktuigen, machines of gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan, anders dan voor zover dit het gevolg is van of direct samenhangt met het gebruik van een erf, in overeenstemming met de desbetreffende bestemming;

c.      het (laten) gebruiken van gronden voor opslag van bagger en grondspecie;

d.      het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;

e.      het gebruik als parkeerterrein voor motorvoertuigen die niet direct samenhangen met de bestemming;

f.       het gebruik van bebouwde dan wel onbebouwde gronden als of ten behoeve van een seksinrichting en/of prostitutie;

g.      het (laten) gebruiken van bijgebouwen als zelfstandige woning;

h.      het (laten) gebruiken van gronden en bouwwerken buiten het bouwvlak ten behoeve van reclame-uitingen; 

i.       het gebruik als sport-, wedstrijd- of speelterrein, vliegveld en landingsplaats, kampeer- of caravanterrein, dagcamping, lig- of speelweide, zwemgelegenheid;

j.       het beproeven van voertuigen, het beoefenen van de motor- en (model)vliegtuigsport of het houden van wedstrijden met motorvoertuigen of bromfietsen.

 

Artikel 7.             Algemene afwijkingsregels

 

7.1.            Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen afwijking verlenen van:

a.      in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten,percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;

b.      de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 meter, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;

c.      de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde wordt vergroot tot maximaal 10 meter.

 

7.2.            Voorwaarden

Afwijking als bedoeld in 7.1 kan slechts worden verleend, mits:

a.      de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;

b.      het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;

c.      het inrichtingsplan, zoals opgenomen in bijlage 2. behorende bij deze regels niet onevenredig wordt geschaad.


 

HOOFDSTUK 4.            Overgangs-  en slotregels

 

 

Artikel 8.             Overgangsrecht

 

8.1.            Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

a.      een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

1.        gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

2.        na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;

3.        het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%.

b.      het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;

c.      dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

8.2.            Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

a.      het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;

b.      het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

c.      indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;

d.      dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

Artikel 9.             Slotregel

 

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het wijzigingsplan Zuidervaart 70 Stompetoren.